Lezing eindelevensverhalen: terugblik

Op vraag van iemand aan het einde van zijn of haar leven tekent vrijwilligster An Van Gastel een eindelevensverhaal op. Daarbij ziet ze zichzelf in de rol van doorgeefluik. Alleen wat de persoon zelf wil vertellen, komt in het verhaal en het uiteindelijke boekje. “Dat is een mooi geschenk aan de nabestaanden”, vertelt An, die op 13 november een lezing gaf over het initiatief.

 

Hoe ben je op het idee gekomen om zulke verhalen op te tekenen?

An: Als vrijwilliger bij onder andere Samana vernam ik dat Amfora een opleiding in Leuven organiseerde voor mensen die anderen willen helpen om te praten over afscheid van het leven en op basis van dat gesprek een boekje willen schrijven. Ik heb altijd naar de diepere zin in het leven gezocht en de dood aanvaard als een deel van het leven. Weet je: vroeger had dat onderwerp een prominentere plaats in de samenleving. Zes weken lang bleef de radio uit en de directe nabestaanden droegen zwarte kledij of een rouwband. De dood is tegenwoordig iets waarover nog amper wordt gesproken. Maar het verdriet om een overleden dierbare is er en mag ook gevoeld worden. Dat werkt bevrijdend.

 

Hoe verloopt zo’n gesprek?

An: Meestal duurt het gesprek een uur. Daarin vertelt de aanvrager wat hij of zij belangrijk vindt. Tijdens de opleiding leerde ik onder andere hoe je zo’n gesprek voert en welke elementen zeker in het boekje moeten zitten. Zo spreken we over de band met de naasten, waarin de betrokkene warmte ervaart, welke verwachtingen hij of zij nog koestert en wat hij of zij nalaat. Het boekje is dan ook een vorm van afscheid van de naasten, waarin de betrokkene zijn of haar gemiste kansen en angsten maar ook dankbaarheid en vreugde deelt.

 

Welke reacties krijg je van nabestaanden die het boekje lezen?

An: Velen zijn aangenaam verrast door de mooie dingen die de verteller zegt. Die woorden worden soms gebruikt tijdens het afscheid van de overledene. Het verhaal optekenen werkt bovendien heel verbindend, zeker ook naar nabestaanden met wie er een misverstand was. Ik hoor dikwijls: “Dacht ze er zo over? Was dat zijn visie? Dat wist ik niet.” Het boekje met het eindelevensverhaal is zeker ook een opening naar mensen met wie de dialoog is uitgedoofd.

 

Waarom geef je deze lezing?

An: De dood is een realiteit. Dat aspect zijn we de laatste decennia als samenleving uit het oog verloren. Over diepere kwesties praten we te weinig. Bovendien is sterven onontkoombaar. Je kan dat deel van het leven maar beter aanvaarden en daar berustend mee omgaan. Met mijn lezing wil ik een zaadje planten en de toehoorders over de waarde van eindelevensverhalen vertellen, zowel voor wie overlijdt als wie het verhaal als nabestaande te lezen krijgt.

 

Enkele foto's van de lezing op 13 november in het stadhuis: