Hoe verzoen je het behoud van erfgoed met de ambitieuze doelstelling om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn? Dat is de vraag die Stad Genk en UHasselt zich de komende maanden zullen stellen in een onderzoeksproject. De concrete uitkomst moet een set richtlijnen zijn die het voor de Genkenaar makkelijker maken om duurzaam te renoveren in de tuinwijken, en dat met respect voor het erfgoedkarakter ervan.
Genk zet sterk in op het duurzaam en energievriendelijk renoveren in woonbuurten. Zo zijn er al de collectieve wijkrenovaties in Boxbergheide en Vlakveld, én neemt de stad deel aan oPEN Lab. Dat laatste is een ambitieus project dat nieuwe toepassingen rond het opwekken en opslaan van hernieuwbare energie uitprobeert in de wijken Nieuw Texas en Waterschei-Noord.
Klaar voor de toekomst
Maar voor wie woont in een van de tuinwijken is een grondige renovatie vaak allesbehalve vanzelfsprekend. Door het historische karakter van de huizen zijn niet alle gewenste ingrepen toegestaan, wat dan weer voor frustratie zorgt bij de verbouwers. Toon Vandeurzen, schepen van Duurzaamheid, wil dat de stad hieraan tegemoetkomt. “We gaan een set richtlijnen opstellen die duidelijk maken hoe je je tuinwijkwoning kan en mag renoveren,” zegt hij. “Waar kan je bijvoorbeeld een buitenunit voor een warmtepomp plaatsen, hoe zit het met zonnepanelen, welke materialen moet je, of mag je net niet gebruiken, enzovoorts. Het zijn terechte vragen van burgers die in deze tijden van dure energie hun woning klaar willen maken voor de toekomst.”
“De woningen in de tuinwijken zijn charmant, maar ook behoorlijk energie-intensief,” vervolgt schepen Vandeurzen. “De verwarming werkt vaak nog op mazout, de muren zijn niet geïsoleerd en de ramen zijn veelal aan vervanging toe. Een duurzame renovatie met nieuwe verwarmingstechnieken en zonnepanelen moet dus echt wel kunnen, weliswaar mét respect voor de eigenheid en het erfgoedkarakter van de tuinwijk.”
Dat is net wat het onderzoek van stad Genk en de Faculteit Architectuur en Kunst van de UHasselt beoogt. “Het is een heuse evenwichtsoefening tussen erfgoed en energie, tussen veranderen en bewaren,” besluit de schepen. De resultaten worden verwacht in het voorjaar van 2023.
