"Genk is voor mij een thuismatch,
hier kom ik tot rust."
Wat mogen we over jou weten, Arzu?
Arzu: Ik ben geboren en getogen in Genk. Mijn hele jeugd, tot 21 jaar, bracht ik hier door. Ik heb enkele scholen doorlopen, dus ik vrees dat veel leerkrachten (en directeurs!) mij nog kennen. Er is zelfs een schoolreglement speciaal voor mij gemaakt: een verbod op rare haarkleuren, behalve met carnaval (lacht).
Hoe was je jeugd hier in Genk?
Arzu: Ik kom uit een hecht gezin uit Boxbergheide. We waren de eerste Turkse familie in de straat. Mn zussen en ik hadden elk onze bezigheden. Mijn oudste zus trok naar het ballet van Vlaanderen. Ik ging naar de academie, turnde bij de JEM en was bij de zwemclub. We mochten veel doen van onze ouders. Maar wat we deden, moesten we goed doen, tot op competitieniveau. We waren vrij en daar ben ik hen dankbaar voor. We werden ook niet verplicht om ons aan een geloof te binden.
Je hebt het warme nest vroeg verlaten, waarom ben je uit Genk weggegaan?
Arzu: We zijn allemaal op jonge leeftijd uitgeweken. Mijn jongste zus ging naar Brussel en ik ging naar Antwerpen, mijn oudste zus achterna. Onze ouders vonden dat OK. Je moet gaan waar het leeft, zegt papa altijd. Ik was 21 en als ik in Genk vertelde dat ik voor tv wilde werken, bekeken mensen mij alsof ik naar Hollywood wou gaan.
Wanneer wist je dat je voor tv wou werken?
Arzu: Mijn ouders zijn me in alles gevolgd. Maar toen ik naar de kunstschool wilde gaan, fronste mijn papa toch de wenkbrauwen: Fotos maken, acteren? Amai, dat gaat zeker veel geld opbrengen. Veel ouders reageren zo. Ze willen dat je een studie kiest met jobzekerheid. Maar ik wilde absoluut iets met tv doen!
Door een telefoontje is er veel veranderd…
Arzu: Klopt, ik mocht meewerken aan een pilootaflevering op de VRT dat de buis nooit gehaald heeft. Maar zo ben ik in 2009 wel in een verkiezingsprogramma beland. Ik ging met politici op pad en zo ontdekte ik dat productiewerk mij erg lag. Ik heb gezocht en ben terechtgekomen bij Banana Split op Vier als productieassistente. Sindsdien heb ik geen dag zonder werk gezeten.
En je werk brengt je ook weer naar Genk ...
Arzu: Ik ben producer bij Studio 100 op zelfstandige basis. Ik draai nu in Thor Central Campus 12, een jeugdreeks op Ketnet (dat was oktober 19, red.). Genk is voor mij een thuismatch. Ik ken hier alle winkels. Want naast de filmset in goede banen leiden, zorg ik ook dat er de
nodige lekkere dingen aanwezig zijn.
Kan je ervan leven?
Arzu: Je kan er zeker van leven, maar voor het werk dat je doet, is het soms weinig verdiend.
Je kan in mijn job geen overuren maken. Soms zijn er werkdagen van meer dan 16 uur. Maar ik doe het enorm graag. Het is een toffe job waarbij je goed voorbereid moet zijn op alle omstandigheden, zelfs als er iemand doodvalt op de set (lacht).
Kijk je zelf terug naar je eigen producties?
Arzu: Ik kijk sowieso belachelijk weinig tv. Ik zie alles op voorhand en daarna kijk ik niet
meer terug.
Hoe kijk je nu naar Genk?
Arzu: Antwerpen maakt je ambitieus, maar ook onzeker. In Genk kom ik tot rust. Ik heb hier mijn familie en mijn jeugdvrienden. We hebben een WhatsApp-groepje en als er een berichtje verschijnt om ergens te barbecueën of te gaan eten, dan vlieg ik als de wind naar Genk. Ik ben hier wekelijks.
Heb je dromen voor de toekomst?
Arzu: Little Things Matter is mijn levensmotto en de naam van mijn bedrijf. Het zegt wie ik ben: 1, 57 meter groot maar dapper (lacht)! Kleine dingen en dankbaarheid maken het verschil in het leven. Ik verwerk dit concept nu in een eigen kledinglijn. Ik ben altijd op zoek naar nieuwe uitdagingen. En misschien woon ik ooit weer in Genk? Die kans zit er zeker in!