Reeds voor de derde keer organiseerde het stadsbestuur van Genk in samenwerking met de VUB en de adviesraad 55+ een grootschalig behoefteonderzoek bij de Genkse medioren en senioren. Waar de eerste twee behoefteonderzoeken uit 2007 en 2012 zich richtten op de 60-plussers, werd de doelgroep deze keer uitgebreid naar de 55-plussers.
Het onderzoek startte in 2019 en kende vertraging door de coronacrisis. Dankzij dit onderzoek krijgen we een gedetailleerd beeld van de leefwereld van de Genkse 55-plussers en kunnen we het beleid waar nodig bijsturen zodat elke 55-plusser zich goed voelt in onze stad.
Om vergelijking met het vorige behoefteonderzoek en met de andere gemeenten in Vlaanderen en de centrumsteden mogelijk te maken, werden de resultaten van de 60-plussers en de leeftijdsgroep 55-59 jaar apart verwerkt. De cijfers, grafieken en tabellen hebben betrekking op de doelgroep 60+. Waar relevant worden de cijfers voor de 55-59-jarigen apart vermeld. Bij de interpretatie van de cijfers dient er ook rekening mee gehouden te worden dat het onderzoek deels vóór en deels tijdens de coronacrisis plaatsvond.
In eerdere Horizons kon je al lezen over de socio-demografische situatie van de Genkse 55-plussers en over de manier waarop ze wonen. Vandaag kom je meer te weten over de buurtbetrokkenheid en het leven in de wijk.
Naarmate men ouder wordt, brengt men meer tijd door in de directe woonomgeving. Daarom is het belangrijk dat er voldoende voorzieningen zijn en dat de infrastructuur van die woonomgeving aangepast is. 26,2% geeft aan dat er in zijn wijk te weinig voorzieningen zijn (20,6% in 2012). 12% vindt zijn wijk niet gezellig (17% in 2012) en 16% spreekt van verloedering van de wijk (11% in 2012). Opvallend is dat 45,5% aangeeft dat er veel verkeersdrukte in zijn wijk is en 24,2% heeft last van lawaaihinder. Vooral de verkeersdrukte is erg toegenomen ten opzichte van het vorige onderzoek (31,4% in 2012). Genk scoort hiervoor ook hoger dan Vlaanderen (39,1%) en de andere centrumsteden (37,9%).
21,5% van de respondenten uit de leeftijdsgroep 55-59 jaar vindt dat er te weinig voorzieningen zijn in zijn wijk, terwijl 29,5% het verkeer er te druk vindt en 16,8% heeft last van lawaaihinder.
Ook andere bewoners in de directe woonomgeving kunnen ervoor zorgen dat mensen al dan niet langer thuis blijven wonen. 28% van de respondenten geeft aan weinig kennissen in de wijk te hebben (tegenover 24,5% in 2012). Dat kan deels verklaard worden door de instroom van nieuwe Genkenaren, die nog niet veel sociale verbinding hebben. Dat fenomeen komt vaker voor in de centrumsteden. Naarmate de leeftijd toeneemt, neemt het aantal kennissen in de wijk af. 14,8% klaagt over onveiligheid en criminaliteit, terwijl 16% vindt dat er teveel inwoners van andere origine zijn. Voor dat laatste scoort Genk hoger dan in 2012 (13,6%) en hoger dan de andere centrumsteden (13,9%).
50,1% van de 55-59-jarigen vindt het gemakkelijk om in zijn wijk mensen te leren kennen en 50% voelt zich betrokken bij wat er in zijn wijk gebeurt.
Op vlak van basisvoorzieningen in de wijk mist men vooral een bankkantoor (34,4%) en het postkantoor (28,3%). Dat gemis is zelfs hoog bij de leeftijdsgroep 60-69 jaar (respectievelijk 33,5% en 24,1%). De nood aan andere basisvoorzieningen zoals een kruidenierszaak, bakker en slager is lager dan in 2012. Opvallend is dat de nood aan een apotheek en een mobiele winkel sterk gedaald is, respectievelijk van 20,4% naar 7% en van 37,1% naar 8,8%. Ander opvallend gegeven is dat het gemis van basisvoorzieningen hoger is bij vrouwen dan bij mannen en dat het gemis ook toeneemt met de leeftijd.
Een bankkantoor wordt door 24,2% van de 55-59-jarigen gemist, terwijl 12,1% van deze doelgroep een postkantoor mist. 15,4% mist een bakker in de wijk en 18,8% een kruidenierszaak. Ook aan een mobiele winkel is bij deze doelgroep geen grote nood: 7,4%. 22,2% vindt dat er in zijn wijk te weinig georganiseerd wordt voor 55-plussers.
Zorgvoorzieningen in de wijk kunnen ouderen ondersteunen om zolang mogelijk thuis te blijven wonen. 9% van de respondenten geeft aan een huisarts te missen in zijn wijk (21,4% in 2012). 10,1% mist een dienstencentrum (28,9% in 2012) en 6,4% een buurt- of wijkcentrum (23,5% in 2012). Het gemis van deze zorgvoorzieningen neemt toe met de leeftijd, maar is opvallend lager dan in de rest van Vlaanderen en de centrumsteden.
Naast basis- en zorgvoorzieningen zijn ook voorzieningen met betrekking tot mobiliteit belangrijk om zolang mogelijk in de vertrouwde woonomgeving te kunnen blijven wonen. Concreet denken we daarbij aan rustbanken, openbare toiletten, openbaar vervoer, bushaltes, verlichting en oversteekplaatsen. Het ervaren van tekorten aan vernoemde voorzieningen is spectaculair gedaald ten opzichte van het onderzoek in 2012. Het gemis aan rustbanken is gedaald van 45,5% naar 28%. Een tekort aan openbare toiletten wordt door 21,1% van de respondenten ervaren tegenover 47,6% in 2012. Het ervaren van tekorten aan het openbaar vervoer daalt van 24,7% naar 8,4%, tekort aan bushaltes van 25,6% naar 9,7%, tekort aan verlichting van 20,8% naar 6,9% en aan oversteekplaatsen van 25,8% naar 10,6%. Het gemis aan rustbanken en oversteekplaatsen is het hoogst bij de 80-plussers.
Op vlak van ontspanning stellen we een opvallende daling vast van het gemis aan voorzieningen in de wijk zoals een sporthal, zwembad, bibliotheek, cinema, theater, café en groen/park ten opzichte van het vorige onderzoek.
In de volgende Horizon lees je meer over de informele rollen die de Genkse 55-plussers opnemen in de samenleving.
Wil je nu al het volledige rapport lezen? Vraag dan snel je gratis brochure aan via sociaal.welzijn@genk.be – 089 65 43 72 of lees het rapport via www.genk.be