15/1: start Workshop Gènker dialect

Hoewel Renaat Huygen het niet van kindsbeen af leerde, is hij een autoriteit in het Gènker dialect, mét een eigen rubriek in de Horizon. Op eigen houtje bekwaamde hij zich vanaf de jaren 70 om het dialect onder de knie te krijgen en zo als caféuitbater beter met zijn klanten te kunnen komminiseere. “Mijn ouders spraken het wel met elkaar, dus het lag me in het oor. Maar tegen mij praatten ze enkel Standaardnederlands.”

 

Almaar minder mensen spreken nog Gènker. Waaraan wijt je dat?

Renaat: Ik schat dat er nog maximaal 3000 sprekers op meer dan 65.000 Genkenaren zijn. Het Gènker heeft altijd veel concurrentie gehad. Tot 1800 waren er zo’n 2500 sprekers in het dorp en de omliggende gehuchten. Na 1900 zette het verval in door de ontdekking van steenkool en de daaropvolgende toestroom van Franstalige ingenieurs en mijnbouwkundigen, gevolgd door Duits- en Poolstaligen en heel wat andere golven anderstalige inwijkelingen. In de naoorlogse tijd kregen ouders de dwingende raad Nederlands te praten met hun kinderen om hun studiekansen te vergroten.

 

Bovendien is het Gènker een heel apart dialect. Speelt dat een rol?

Renaat: Je hebt twee stromingen in Limburg. In het westen is er een Brabantse invloed, in het oosten heersen de Rheinische dialecten. Doordat Genk heel weinig contact had met omliggende gemeenten vallen wij ook qua dialect buiten die stromingen en zitten wij op een eiland.

 

Doe je zelf iets om het Gènker te promoten?

Renaat: Ik heb twee bundels samengesteld over ons dialect, namelijk ‘Beknopte spraakleer’ uit 2001 en ‘Woordenlijst Nederlands-Gènker’ uit 2014. Beide in overleg en samenspraak met professor doctor Jan Goossens en andere specialisten ter zake. Momenteel werk ik nog aan de woordenlijst van het Gènker naar het Nederlands om mijn trilogie af te ronden. Mogelijk worden die werken later gepubliceerd. Verschillende groepen toonden ondertussen in elk geval interesse. Tot slot ben ik lid van Veldeke, een vereniging die elke twee maanden het tijdschrift ‘Vèè kalle Gènker’ publiceert en vijf keer per jaar een ‘Gènker Oovend’ organiseert. Veldeke helpt zo ons dialect levendig te houden en het gebruik ervan te stimuleren.

 

Wat mogen deelnemers aan de workshop verwachten?

Renaat: Er komt een reeks voor beginners en een voor gevorderden. De bedoeling voor beginners is om hen vooral te laten babbelen, in te leiden in geschreven Gènker teksten en ook te leren schrijven. Uiteraard wordt het geen theoretische lessenreeks, maar een leuke en gezellige doe-workshop. Dat laatste geldt ook voor de gevorderden, maar dan op een wat hoger niveau.

 

Hoe moeilijk is Gènker voor beginners?

Renaat: Iedereen kan gemakkelijk Gènker leren. Dat gaat eigenlijk vanzelf, zeker in groep. Bij Veldeke is er zelfs iemand die het leerde door aldoor naar de liedjes van de Rollezengers op een cd in de auto te luisteren. Ook zulke liedjes komen aan bod in de workshop en vergemakkelijken het voor de deelnemers om de juiste tongval te krijgen.

Wist je trouwens dat wij Limburgers de Chinezen van Vlaanderen worden genoemd op het vlak van dialect? We gebruiken sleep- en stootklanken. Daardoor kunnen gelijke schriftbeelden iets helemaal anders betekenen wanneer ze op een andere manier worden uitgesproken. Denk maar aan het woord ‘tien’. Kort uitgesproken in het Gènker is dat een cijfer. Slepend uitgesproken wordt dat een stofnaam, die in het Nederlands wordt aangeduid met ‘tin’. Dat soort leukigheidjes wil ik ook graag in de workshop verwerken.

Wil je zelf een cursus Gènker volgen?

Specialisten Roger Bijnens en Renaat Huygen leren je er alles over. Er is een cursus voor beginners en een voor gevorderden.

Cursus Gènker voor beginners: maandag 15, 22 en 29 januari en 5 februari 2024

Cursus Gènker voor gevorderden: donderdag 18 en 25 januari en 1 en 8 februari 2024

De lessen zijn telkens van 19 tot 21 uur in zaal 4 (stadhuis Genk).

Deelname: 5 euro voor een ganse cursus

Vooraf inschrijven is noodzakelijk: 089 65 43 75 of sociaal.welzijn@genk.be