Corrie Steegmans: ‘Voor nog te veel mensen staat het woord handicap gelijk aan hulpbehoevendheid’

Na haar ongeval in 2002 kreeg Corrie een bittere pil van de behandelende artsen: als gevolg van een dwarslaesie waren haar onderste ledematen verlamd. Voortaan moest ze in een rolstoel door het leven. Strijdvaardig sloeg deze leerkracht lager onderwijs terug, die sinds 1984 als pedagogisch medewerker aan de slag is in het ZOL. Vandaag zetelt ze al meer dan 15 jaar in de Adviesraad voor Personen met een Handicap, die ze ondertussen ook voorzit.

Wat zijn je taken als voorzitter?

Corrie: Als voorzitter bereid ik de vergaderingen voor en leid ze ook. Ik ben een aanspreekpunt voor mensen. Het is ook mijn taak om de visie en de doelstellingen van de raad te onderhouden en na te leven, zoals sensibilisering, dienstverlening en toegankelijkheid. We vergaderen maandelijks met het dagelijks bestuur. En twee tot drie keer per jaar hebben we de Algemene Vergadering. Er is elk jaar ook een studiedag waarbij we een instantie bezoeken die met personen met een handicap werkt, zoals de ezelweide, gekoppeld aan een etentje. Zo bedanken we de leden van de raad voor hun inzet over het afgelopen werkjaar.

Wat motiveerde je om vrijwilliger te worden?

Corrie: Als jongere was ik altijd al actief in het vrijwilligerswerk, bijvoorbeeld bij de jeugdbeweging en vrouwenbeweging. Mijn vader en grootvader waren ook actief als vrijwilliger. Vrijwilliger zijn kreeg ik van thuis mee. Maar het is mij nooit verplicht, ik heb het altijd graag gedaan. Na mijn ongeluk kwam Ria Grondelaers, toen nog als maatschappelijk assistent, bij mij op huisbezoek. Ze vroeg of ik als ervaringsdeskundige lid wilde worden van de raad. Zo kwam ik in het dagelijks bestuur en werd wat later ondervoorzitter. Aangezien ik positief ben ingesteld, ging ik meteen akkoord: ik wilde iets betekenen.

Wat heb je zoal gerealiseerd met de raad?

Corrie: We hebben onder andere de parkeerplaatsen bij Thor Park veranderd. Die lagen eerst te ver van de ingang. De stadsdiensten zijn nu ook alerter voor toegankelijkheid, mede dankzij het contract met Inter. Zo mochten we voor de opening van Labiomista gaan controleren en een advies geven.

Haal je veel voldoening uit je vrijwilligerswerk?

Corrie: Het geeft voldoening als ik bij vragen een antwoord kan bieden aan mensen en hun goede tips en raad geven. Er is wel nog altijd werk aan de winkel in verband met handicap. Het doet deugd om veel verschillende mensen te zien die actief bezig zijn om dingen te verbeteren. Ook de fijne momenten die je beleeft, vriendschappen die ontstaan en de mensen die je leert kennen zijn zeker een pluspunt. Je leert er zelf ook veel uit, zoals vergaderen en met mensen omgaan met een andere visie.

Hoe kunnen we Genkenaren overtuigen van het belang van vrijwilligerswerk?

Corrie: Ik denk dat dit persoonlijk is en uit jezelf moet komen. Als je ergens interesse in hebt en dat graag doet, ben je eerder geneigd het te blijven doen. Ook denk ik dat mensen sneller beginnen met vrijwilligerswerk als ze iemand kennen die hen daartoe motiveert.

Wat moeten we zeker weten over mensen met een handicap?

Corrie: Bij het woord ‘handicap’ denken mensen vaak meteen aan een mentale beperking en een hulpbehoevend persoon. Uit cijfers blijkt dat 87% zonder handicap wordt geboren, maar er een krijgt door bijvoorbeeld een ongeval. We moeten blijven sensibiliseren en acties voeren met organisaties zoals Inter of Unia. Ook de Internationale Dag voor Personen met een Handicap op 3 december brengt het thema mooi in beeld. Daarnaast organiseren we een ervaringsdag voor het stadspersoneel waarbij ze geblinddoekt een opdracht krijgen of in een rolstoel plaatsnemen.

Heb je tips hoe het beter kan?

Corrie: In de media en in bedrijven duiken weinig mensen met een handicap op. Op toegankelijkheid moet zeker ingezet worden. We hoeven mensen met een handicap niet in één apart hokje te steken. Er kan bijvoorbeeld één ingang gemaakt worden die toegankelijk is voor iedereen. Emotionele toegankelijkheid is onder andere heel belangrijk voor mensen met autisme. Een inclusief beleid voor alle Genkenaren verdient de voorkeur. Wel moet je dan rekening houden met de noden van individuele Genkenaren en mensen niet in hokjes zetten. Tot slot praat je tegen iemand in een rolstoel niet betuttelend, maar zoals tegen een andere persoon. Voor hen is het ook fijn om op ooghoogte en persoonlijk toegesproken te worden. Richt je dus tot de persoon in de rolstoel, niet de begeleider. Verander termen zoals ‘rolstoelpatiënt’ in ‘rolstoelgebruiker’. En neem nooit onrechtmatig een voorbehouden parkeerplaats in.

 

Wil je meer weten over de werking van de Adviesraad voor Personen met een Handicap?

www.genk.be/adviesraad-voor-personen-met-een-handicap