'Een inburgeringscoach moet vooral goed kunnen luisteren'

‘Ze heeft me zo veel gegeven’, straalt Nicole wanneer ze over Paula praat, die ze consequent ‘mama’ noemt. ‘Ondertussen zijn we familie voor elkaar’, voegt ze eraan toe. Acht jaar geleden landde Nicole met haar destijds negenjarig broertje en zevenjarig zusje in Zaventem in een poging om haar geboorteland Congo te ontvluchten, waar ze dakloos was. Een bevriende commerçante had zich over hen ontfermd en meegenomen naar Brussel. Aan de hand van ‘mama Paula’ vond ze haar weg in Genk. Paula is onder meer vrijwilliger bij Samen Inburgeren, Vriend en Taal en het Genks Comité voor Vluchtelingen. Hier getuigt ze als inburgeringscoach.

‘Onze eerste ontmoeting was in Fonto Nova in de Stalenstraat (een verblijfplaats voor niet begeleide buitenlandse minderjarigen, red.) toen ik haar zusje een jaar lang wekelijks naar het Sportcentrum bracht voor de gymtraining. En later kwamen we elkaar opnieuw tegen in het Regenboogkoor’, haalt Paula wat oude herinneringen op. ‘Fonto Nova is best een uitdagende omgeving voor een jong meisje’, stipt Nicole aan, die al die tijd met haar broer en zus is blijven samenwonen. ‘Mijn eerste verblijfplaats na onze aankomst in België was het opvangcentrum Valkenhof in Overpelt. Toen we daar moesten vertrekken, werd erop aangestuurd mij en mijn broer en zus te scheiden. Maar zover heb ik het niet laten komen. Daar kon geen sprake van zijn.’ Samen in een hechte familie wonen is altijd Nicoles droom geweest. ‘En daar ben je knap in geslaagd’, pikt Paula in met een bewonderende blik naar Nicole die vandaag met haar vriend, twee kinderen en broer en zus onder één dak woont. ‘In een appartement dat Paula en haar man me hielpen zoeken en meubileren’, vat Nicole de gedrevenheid van Paula samen.

Paula, waarom ben je ooit inburgeringscoach geworden?

Paula: Van thuis uit heb ik een brede kijk op het leven meegekregen. Voor mij voelt mijn engagement heel natuurlijk aan. Alles samen ben ik vijftien keer in Congo geweest waar we tot vandaag een weeshuis draaiend houden en enkele dorpsscholen ondersteunen. Ook was ik verschillende keren in West-Afrika. De sporen van de armoede die ik daar zag, draag ik nog altijd mee. Maar ik leerde er ook de vrolijke en vurige Afrikaanse geest kennen, die ik terugzie in Nicole.

Van vuur gesproken: in zijn lied ‘Liefde voor muziek’ vraagt Raymond van het Groenwoud zich monkelend af: ‘Speelt de beschaving ons werkelijk zo veel parten?’ Wat beseffen mensen in Afrika beter dan wij?

Paula: Ze leven veel meer in het nu dan wij en nemen de dag zoals hij komt. Ook hun kijk op de dood, die ze beschouwen als een natuurlijk deel van het leven, is helemaal anders dan de onze. Religie speelt er een belangrijke rol als houvast. In Afrika moeten ze met weinig creatief zijn. Wij vinden veel dingen evident omdat we menen er recht op te hebben.

Nicole: Mensen hebben er ook een groter sociaal netwerk en er is veel meer contact met de buren. Waar ik nu woon, ken ik mijn buren amper. Maar in België zijn de sociale voorzieningen en het niveau van het onderwijs veel beter.

Paula, je hebt enorm veel gedaan voor Nicole. Op welke verwezenlijking van Nicole ben je het trotst?

Paula: Als ik zie vanwaar ze komt en waar ze nu staat, kan ik enkel heel veel ontzag voor haar hebben. Haar verantwoordelijkheidszin en de zorg voor haar broer en zus zijn buitengewoon. Ik ben blij dat ik ertoe heb kunnen bijdragen haar op de rails te krijgen. Met als sluitstuk een getuigschrift Zorgkunde waarmee ze aan de slag kan. Dat geeft me een bijzonder goed gevoel.

Waarom zou jouw taak als vrijwilliger niet zomaar door een betaalde kracht overgenomen kunnen worden?

Paula: Als vrijwilliger ben je minder gebonden aan een specifiek doel dat je moet halen. Daardoor kan je meer op eigen tempo vanuit de wereld van de ander vertrekken. Mij heeft dat de kans geboden om op een basis van vriendschap de noden bij Nicole te erkennen en er actief een antwoord op te proberen geven.

Waarin uit zich die vriendschap?

Nicole: Het mooiste voorbeeld is ongetwijfeld dat van de vele ziekenhuisbezoekjes die Paula me bracht na de vroeggeboorte van onze zoon. Die kwam ter wereld na amper vijfentwintig weken. Van maart tot augustus zaten mijn vriend en ik elke dag in het ziekenhuis. Paula was toen echt een grote steun voor ons.

Wat moet een goede inburgeringscoach kunnen?

Paula: Je moet vooral goed kunnen luisteren. En onbevooroordeeld zijn. En anderen waarderen zoals ze zijn.

Nicole: Ook belangrijk: initiatief nemen. Het is altijd gemakkelijker wanneer de persoon in nood niet alles hoeft te vragen, maar op iemand kan terugvallen die zijn steun spontaan aanbiedt. Mama heeft dat allemaal in zich! (lacht)

 

De vacature om als vrijwilliger inburgeringscoach te worden

www.genk.be/vacature-inburgeringscoach

Meer weten over samen inburgeren in Genk

www.genk.be/nieuwkomers