Moord in het moeras (1799)

Op 15 februari 1799 tussen 7u en 8u 's morgens werd de Franse gendarme Pierre Remy Varlet in Winterslag met geweerschoten vermoord door Theodoor Cops en Theodoor Schrijvers, twee Genkse brigands.

De Fransman was op weg van de herberg naast het Postes van de weduwe Jan Vreys-Cops, waar hij overnacht had, naar Genk om zo terug te rijden naar zijn kazerne in Maastricht. Toen hij 's anderendaags over de brug van de Stiemer reed op de Winterslagstraat werd hij van zijn paard geschoten en daarna met een genadeschot afgemaakt.

Zijn lijk werd eerst verborgen in het struikgewas, maar daarna in het moeras gegooid langs de Stiemer dicht bij de slagmolen van de Hostart.

Pas op 22 september 1805 vonden de speurders van de Maastrichtse onderzoeksmagistraat Pierre Babut-Dumares de stoffelijke resten van de vermoorde gendarme Varlet in het moeras van Winterslag onder een elzenstruik aan de boorden van de Stiemerbeek.

Doordat het lijk al in verregaande staat van ontbinding was, kon wetsdokter Schorpion uit Bilzen niets concluderen over de directe doodsoorzaak.

Enkel verdachte Jan Lieben uit Opglabbeek werd op 28 februari 1806 veroordeeld als medeplichtige omdat hij de daders hielp bij het begraven van het lijk. Jan Lieben werd op de grote markt in Maastricht aan de schandpaal geplaatst gedurende twee uur en moest daar nog hechtenisstraf uitzitten. De echte moordverdachten waren voortvluchtig en werden op 29 mei 1807 bij verstek veroordeeld. Maar zij werden nooit gevat.

© Alex Marut

Bron: Heidebloemke, 2016, nr 1