Vrijwilliger Mina Ghrour brengt graag mensen samen

Sinds 2011 is Mina Ghrour als vrijwilligster aan de slag bij Karama Genk. Karama begon als een vereniging die Arabische lessen aanbood. ‘Maar dat leidde ertoe dat we op een eilandje bleven zitten en weinig met de bredere lagen van de Genkse bevolking in contact kwamen’, stelt Mina. Daarom werd de werking uitgebreid en veranderde Karama in een vereniging die mensen van een andere origine helpt om hun weg te vinden in onze samenleving. ‘Onze bedoeling is heel uiteenlopende mensen te helpen en hun te geven wat ze nodig hebben.’ Ook emotionele behoeften probeert Karama te ledigen: ‘Heel wat nieuwkomers voelen zich niet altijd even thuis en kikkeren echt op van een gezellig samenzijn.’

Hoe belangrijk is het voor nieuwkomers om zich meteen thuis te voelen in onze stad?

Mina: Het gevoel krijgen dat je erbij hoort, is voor iedereen van groot belang. Wie zich goed en aanvaard voelt, wordt ook sneller deel van die samenleving. Dat merk ik onder meer aan de snelheid waarmee sommigen de Nederlandse taal leren. Onlangs kon ik met veel plezier vaststellen dat een Syrisch gezin al na zes maanden geen tolken meer nodig had. Een mooi succesverhaal.

Jullie leren nieuwkomers de Belgische context kennen. Wat vinden zij hier het vreemdst?

Mina: Veel nieuwkomers vinden de mensen nogal koel en afstandelijk. Sommigen zijn ook afkomstig uit culturen waar de mensen heel open zijn en meteen contact zoeken. Wij van Karama leggen hun uit dat achter die houding geen vijandigheid steekt. Mensen in België zijn minder openhartig, maar daarom zeker niet onvriendelijk. Heel wat nieuwkomers zijn overigens heel opgetogen over hun nieuwe woonland: hier kan je zonder angst je mening geven en beland je niet snel in de gevangenis. Ook de rechten en vrijheden die voor iedereen gelden, worden sterk gewaardeerd. Wel vinden ze het vreemd dat de winkels zo vroeg sluiten.

Hoe slaagt Karama erin nieuwkomers op weg te helpen naar een betere participatie in onze samenleving?

Mina: Wij zijn er niet alleen voor nieuwkomers. Heel wat mensen­ met een migratieachtergrond die hier al jaren of soms decennia lang wonen, doen ook een beroep op ons. Op onze activiteiten nodigen we meestal de hele buurt uit. Onze vaste stek is buurthuis De Singel in Waterschei. Onze activiteiten worden bezocht door de meest diverse Genkenaren. Karama wil vooral volwassenen stimuleren sociale vaardigheden te ontwikkelen en mensen die nu niet of amper aan de samenleving deelnemen, betrekken in het geheel. Daartoe organiseren we bijvoorbeeld lezingen en ontbijtmomenten. We weten dat onze mensen daar graag en veelvuldig naartoe komen. Zelf probeer ik op zulke bijeenkomsten mensen die elkaar nog niet goed kennen samen te brengen.

Waarom heeft Karama veel aandacht voor het gezinsleven?

Mina: Je merkt dat er een generatiekloof is tussen ouders en hun kinderen, ook bij mensen met een migratieachtergrond. Die proberen we te verkleinen door activiteiten aan te bieden op maat van gezinnen. Daarbij nodigen we ook heel gericht gezinnen uit om mee te gaan op uitstap. Onlangs bezochten we bijvoorbeeld nog C-mine.

Op welke manier gaan jullie de strijd aan tegen armoede?

Mina: Ook mensen met beperkte financiële middelen gaan graag een keer op reis. Veel van onze leden trekken in de vakantie alleen naar hun land van herkomst. Daarom organiseren we culturele groepsreizen aan sterk verlaagde prijzen en helpen we mensen zelfs sparen om mee te kunnen. Zo bezochten we onder meer Parijs, Dubai, Amsterdam, Barcelona en Istanbul. Ook Italianen, Grieken en Belgen gaan met ons mee op reis. Zo krijg je een leuke mix die garant staat voor een geslaagde vakantie. Maar we willen ook mensen met financiële problemen of vragen actief bijstaan.

Welke vragen krijg je zoal voorgeschoteld?

Mina: Mensen kloppen bij Karama aan met vragen over de schoolkeuze voor hun kinderen, problemen bij de uitbetaling van kinderbijslag, waar ze welk voedsel kunnen kopen, vliegtuigtickets of verzekeringen. Sommige vragen zijn dan weer veel eenvoudiger, zoals: waar kan ik kleren krijgen?

Op jullie ontbijtsessies komen 200 mensen af. Hoe bereiken jullie die?

Mina: We kunnen gelukkig terugvallen op een heel gemotiveerde groep vrijwilligers die veel inspanningen doen om mensen te contacteren. Ik stel vast dat één uitnodiging dikwijls niet veel oplevert. Je moet je activiteit enkele malen aankondigen. De klassieke manier is daarbij het doeltreffendst: brieven scoren beter dan facebook of WhatsApp. En we gaan bij de mensen in de buurt aankloppen. Ook dat is bijzonder doeltreffend. Heel wat andere activiteiten trekken eveneens veel bezoekers. We peilen dan ook op voorhand bij onze leden en sympathisanten welke activiteiten ze interessant vinden.

Wat heb je geleerd als vrijwilliger dat je zeker wil delen met andere mensen?

Mina: Vrijwilligerswerk helpt je je netwerk te vergroten. Als vrijwilliger leg je enorm veel contacten met heel diverse mensen. Bij mij is dat zelfs uitgemond in een job. Bovendien krijg je een beter zicht op de verschillende karakters in onze samenleving en leer je met iedereen om te gaan.

Leert vrijwilligerswerk je ook op een andere manier naar die samenleving te kijken?

Mina: Zeker. Vroeger beschouwde ik heel wat dingen nogal snel als vanzelfsprekend. Ondertussen weet ik beter en ben ik heel wat initiatieven ook meer gaan appreciëren. Nu ik een genuanceerder beeld van het geheel heb, slaag ik er beter in om met anderen te communiceren.

Hoe belangrijk is appreciatie voor jou als vrijwilliger?

Mina: Een vrijwilliger leeft voor een stukje van de waardering die hij of zij krijgt. Je legt met veel overgave een stukje van jezelf in je engagement. Appreciatie herinnert je eraan dat het goed is wat je doet. Zonder die blijk van vertrouwen en ondersteuning dreigt een vrijwilliger zijn drive te verliezen. En wie aan zichzelf twijfelt, staat minder sterk.