RE-INTEGRATIE: Terug naar de samenleving

Gepubliceerd op donderdag 28 december 2017 16.04 u.

Dagelijks keren gevangenen terug naar de samenleving. Ze hebben hun straf uitgezeten of zijn vervroegd vrij en vaak begint dan pas de moeilijke weg naar het leven buiten.

Ook in onze stad is dat het geval. Maar hoe verloopt nu dat terugkeren? Wat zijn de problemen waarmee ze te maken krijgen en hoe vangen we dat op?

Ex-gedetineerde X getuigt over zijn periode in de gevangenis en daarna. “Voor mij is het tot nu toe een ‘goede’ afloop, dankzij de trajectbegeleiding van mensen zoals Vicky van het CAW, “ zegt hij.

 X werd enkele jaren geleden opgepakt voor feiten in verband met drugs. Hij mocht na zijn aanhouding beschikken, onder voorwaarden. De zaak was nog niet voor de rechtbank gekomen en de straf hing nog in de lucht. Hij stapte ondertussen in het tewerkstellingsproject van Nike en KRC. Kwestie van positief te blijven in afwachting van zijn straf en dat leverde hem zelfs een goed woordje van de bedrijfsleider aan de gevangenisdirecteur.

 

Celdeur dicht

X: “Maar ik wist niet dat ik het zo hard nodig zou hebben, want mijn straf werd voor de rechtbank uitgesproken en ik kreeg 8 jaar cel. Toen ik mij aanmeldde aan de gevangenispoort wist ik niet wat mij te wachten stond. Ik dacht: dat zullen we dan maar even doen. Je geeft je persoonlijke spullen af en gaat naar je cel. Mijn celmaat zag onmiddellijk dat ik het niet door had. De celdeur ging dicht, er was geen handvat aan de binnenkant. En dan gaat er toch iets door je lijf. Je bent dan nog maar heel klein. In het contact met je familie ween je, ondanks dat je een man bent. Nog een geluk dat er goede cipiers waren en dat ik het met mijn celgenoten kon vinden.”

 

Afdeling CC4

X wilde graag bezig blijven want een hele dag in de cel zitten was echt niks voor hem. “Ik moest sociaal bezig zijn. Dus wist ik al snel een vertrouwensjob te bemachtigen. Dat zijn taken zoals de maaltijdbedelingen, linnen ophalen, poetsen in de gemeenschappelijke ruimtes, zoals de bibliotheek. Hierdoor was ik overdag weg uit mijn cel en kwam zo ook bij CC4 terecht.”

CC4 is een afdeling in de gevangenis met medewerkers van justitie en hulpverlening van de Vlaamse overheid. Diensten zoals Justitieel Welzijnswerk ( CAW), het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG), de VDAB, het taalpunt voor Nederlands zijn daar actief.

 

Oplossingen zoeken

X: “Ik had hulp nodig. Er waren zoveel dingen die ik moest regelen, wilde ik in aanmerking komen voor strafvermindering. Ik kon terugvallen op mijn trajectbegeleidster Vicky en zij zocht mee naar oplossingen. Ik zat immers met vragen over mijn kinderen, want die moesten leven met een papa in de bak. Ik was bezorgd over mijn schulden die ik moest afbetalen en waarvoor ik werk zocht. En natuurlijk besefte ik ook dat ik aan mezelf moest werken. Waarom was ik daar toch maar terechtgekomen? Ook daar wilde ik een eerlijk antwoord op vinden.”

“Veel gevangenen zoeken geen hulp of slagen daar op de een of de andere manier niet in”, verduidelijkt Vicky Rietjens, maatschappelijk werker bij CAW. “Ze hebben geen plan of vangnet als ze de gevangenis verlaten, terwijl ze er toch beter aan werken in de gevangenis en niet pas als ze terug op straat staan.”

 

Solliciteren

Mede dankzij de intensieve begeleiding die X zocht en de weg die hij mentaal had afgelegd, kwam hij na 2,5 jaar vervroegd vrij onder elektronisch toezicht. Hij voldeed aan de gevraagde voorwaarden zoals goed gedrag, beschikken over werk, woonst enzovoort.

X: “Ik had vanuit de gevangenis gesolliciteerd voor een job. Vicky had mij geholpen met mijn cv en stuurde die naar enkele bedrijven. Toen een zaakvoerder mij uitnodigde moest ik echter zeggen dat ik nog in de gevangenis zat. Toen werd het toch even stil aan de andere kant van de lijn, maar de man herpakte zich en zei dat dat geen probleem was. Ik mocht komen. Ja dan ben je zó blij! Dan denk je dat er een mirakel is gebeurd. Ik kreeg een dag verlof om te gaan solliciteren én mocht meteen starten als ik vrij kwam.”

 

Gehoord worden

Uiteraard heeft niet iedereen het geluk om zo de gevangenis te verlaten. Voor velen staat de hulp fysiek of mentaal te ver af. “Voor X is dat vrij vlot gegaan maar ik weet dat het voor vele ex-gevangenen toch een moeilijke weg is. Vaak is er ook schaamte“, gaat Vicky Rietjens van CAW Limburg verder. “Wat doe je als je geen werk krijgt, als je geen woonst hebt, als je geen warme familie hebt om op terug te vallen? Dan heb je steun nodig. Op dit moment kan X buiten de gevangenis op een enkele personen terugvallen voor begeleiding. Het zijn de steunwieltjes van een fiets, zoals hij het zelf zo mooi verwoordt”, lacht Vicky.

 

Netwerk van partners

Sarah:  “Verhalen zoals die van X doen ons beseffen dat er de nood is aan gerichte begeleiding en hulp aan gedetineerden in de laatste maanden van hun straf. Op dit moment is het hopen dat Genkenaars in gelijkaardige situatie de weg naar gepaste hulpverlening vinden”, vertelt Sarah Wouters van het Veiligheidshuis. “Onze dienst werkt reeds met mensen die doorverwezen worden door rechtbank of parket, om hen terug te laten socialiseren en te voorkomen dat ze zouden hervallen. Het is immers ook de taak van het Veiligheidshuis om te reageren op deze noden”.

 

Kennis opdoen

Sarah: "De laatste maanden heeft het Veiligheidshuis daarom meer kennis opgedaan over kleinschalige detentie en organiseert het regelmatig overleg met een netwerk van partners. “Onze partners zijn welzijnsorganisaties, de Geestelijke Gezondheidszorg, drugs-en andere gespecialiseerde hulpverlening, maar ook buurtwerkingen, straathoekwerk en justitiehuizen. En uiteraard zijn ook instellingen zoals de VDAB en de sociale economie betrokken want zoals uit het verhaal van X blijkt, is werk een zeer belangrijke factor in je vrijlating”.

 

Exodus

Het netwerk ging dus op zoek naar goed voorbeelden en ging op bezoek in het Exodushuis in Heerlen, waar gevangen hulp krijgen tijdens hun opsluiting maar ook erna. 

Sarah: “We zagen daar hoe professionals en vrijwilligers samen de opvang en begeleiding verzorgen van gevangen en ex-gevangen en hoe ook de familieleden nauw betrokken worden. 

Ook in België bestaat nu bij departement Justitie het idee om ‘transitiehuizen’ in te richten. Dat zijn huizen waar gedetineerden de laatste zes maanden tot een jaar van hun straf zullen verblijven. Ze worden in die periode intensief begeleid en voorbereid op hun terugkeer. Samen met al onze partners onderzoeken we hoe Genk dit pilootproject kan ondersteunen”, besluit Sarah.

 

Bron: Stadsmagazine 3600, editie januari 2018.