Goudvinder Jef Habex (mei 2021)

In de Horizon van maart 2021 lieten we een eerste licht schijnen op de poëzie van Jef Habex. Uiteraard wilden we niet alleen schrijven over schrijven. Met veel plezier zetten we onze tanden in het echte werk van deze authentieke Genkse poëet en denker. Na de lectuur van ‘Misschien’ stelden we hem enkele vragen, waarop hij trefzeker uit de hoek kwam. Naar ons aanvoelen is het een liefdesbundel van een ik-verteller met veel twijfels.

Je opent de bundel met een kort voorafje waarin je belooft de vraag die je stelt niet te beantwoorden. Mag ik dat ongebruikelijk vinden?

Jef: Dat is de reden voor de titel. Met deze dichtbundel kan je alle kanten op. De lezer kan zelf kiezen welke interpretatie hij eraan wil geven. Dat trekt het geheel helemaal open. Al mijn gedichten zijn op die manier opgevat.

Is dit een antwoord op de tekeningen die vroeger in de krant verschenen onder de noemer ‘Liefde is…’. Daarin kon liefde alles zijn, maar nooit ‘misschien’.

Jef: Ik hou ervan om twijfel te zaaien. Zoals in al mijn gedichten spreek ik niet voor de lezer en zijn het mijn gevoelens die ik op papier zet. Die authenticiteit en de lezer uitnodigen om zelf mee te schrijven aan het gedicht typeren mijn hele schrijven. Je kan dit werk zien als een oproep om zelf vragen te stellen. Ik ben hier niet degene die ze voor de lezer beantwoordt. Je kan liefde belichten vanuit talloze invalshoeken. Denk maar aan het verschil tussen de biologische en de emotionele insteek. Ik vind het goed de lezer aan te zetten tot verschillende benaderingen. In zo’n context wordt alles een beetje ‘misschien’.

Blijkt ook uit het gebruik van afkortingen, zoals ‘bvb’, en de bijna volledige afwezigheid van leestekens in ‘Misschien’ dat je vooral registreert en niet analyseert?

Jef: Ik ben geen voorstander van interpunctie in poëzie. Dat geeft te sterk de richting aan. Om alles zo veel mogelijk open te houden en voldoende ruimte te laten voor meer ‘misschien’ zie ik daar bewust van af. Door geen richting aan te geven hoop ik het de lezer trouwens moeilijker te maken mij te betrappen op een persoonlijk standpunt. Hij moet zelf nadenken. Centraal staat de universele liefde, niet de liefde van de ik-verteller voor één persoon. Uiteindelijk voelen we als mensen allemaal hetzelfde.

Is er een goede reden om te stellen dat de ik-verteller trekken vertoont van ‘Prufrock’ van T.S. Eliot, een man die droomt van de liefde, maar zelf onvoldoende durf bezit om tot handelen over te gaan?

Jef: Daar zit wel wat in, ja. Het grondthema twijfel vind je zowel in ‘Misschien’ als bij Prufrock. Mijn oproep is om het leven en alle lotgevallen onderweg te leren relativeren. En voldoende vragen te stellen.

Tot voor de uitbraak van de coronacrisis kwam de poëziegroep ‘Suczes’, die door Jef in 1992 werd opgericht, geregeld samen. Op dit moment verlopen de bijeenkomsten noodgedwongen online. Jef volgen kan via facebook, waar hij geregeld mooie gedichten, muziekstukjes en originele invalshoeken lanceert.

 

Het gesprek met Jef Habex dat in mei 2021 in de Horizon werd gepubliceerd kan je via deze link lezen.