Van ieder overlijden moet een akte van aangifte opgesteld worden bij het stads- of gemeentebestuur waar het overlijden plaatsvond.
Er is geen wettelijke termijn voorzien waarbinnen die aangifte moet gebeuren. In de praktijk gebeurd dit binnen een paar dagen.
In theorie kan het overlijden worden aangegeven door elke meerderjarige persoon die de nodige gegevens kan verstrekken voor het opstellen van de overlijdensakte. In de praktijk gebeurt die aangifte meestal door een begrafenisondernemer die wordt aangesteld door de nabestaanden van de overledene.
Ongeacht wie de aangifte doet, kan de begraving maar plaatsvinden nadat de akte van aangifte werd opgesteld en de toelating tot begraven werd afgeleverd. Die toelating tot begraven kan ten vroegste 24 uur na de vaststelling van het overlijden worden afgeleverd. Hetzelfde geldt voor een crematie.
Bedrag
De aangifte zelf is gratis.
Als er bijvoorbeeld een grafconcessie wordt aangevraagd dan zijn er wel kosten. De tarieven vind je terug bij de voorwaarden van de begraafplaatsen.
Wat meebrengen
Volgende documenten moet je voorleggen:
- akte van overlijden opgesteld door de geneesheer die het overlijden heeft vastgesteld (akte model IIIC );
- de identiteitskaart of verblijfskaart van de overledene;
- eventueel het rijbewijs en Belgisch paspoort van de overledene;
- het trouwboekje van de overledene indien gehuwd en beschikbaar
- • bij een verdacht overlijden of gewelddadige dood: een formulier van de politie "vrijgave van het lijk";
- ingeval van crematie:
- een aanvraag tot crematie ondertekend door de persoon die bevoegd is om in de lijkbezorging te voorzien;
- een attest van de behandelende geneesheer met vermelding "geen verdacht overlijden - inlichtingen i.v.m. aanwezigheid pacemaker";
- een attest van de beëdigde geneesheer met vermelding "geen verdacht overlijden - melding van verwijdering van eventuele pacemaker";
- bij een verdacht overlijden of gewelddadige dood wordt het attest van de beëdigde geneesheer vervangen door een toelating tot crematie afgeleverd door de Procureur des Konings.
- bij begraving, bijzetting of asverstrooiing van de stoffelijke resten in een andere gemeente: de toelating tot begraven, bijzetting of asverstrooiing afgeleverd door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar de begraving of asverstrooiing zal doorgaan;
- bij begraving, asverstrooiing of bewaring op een andere plaats dan de begraafplaats: de wilsbeschikking van de overledene of verklaring van de nabestaanden in de eerste graad;
- bij begraving of bijzetting in een nieuwe concessie op de begraafplaats van de gemeente: een aanvraag tot aankoop concessie ondertekend door de persoon die bevoegd is om in de lijkbezorging te voorzien;
- indien de overledene een inwoner is van een andere gemeente: een getuigschrift i.v.m. de laatste wilsverklaring (geen wilsverklaring of indien aanwezig: vermelding van wijze van lijkbezorging);
- eventueel een afschrift van geboorteakte en/of huwelijksakte van de overledene indien inwoner van een andere gemeente of geen inwoner in België.