Visreglement Molenvijver

Artikel 6 van Politieverordening m.b.t. het recreatiegebied Molenvijver en Heempark
 

  1. Vissen in de Molenvijver is toegelaten zonder visverlof, op voorwaarde dat men zich houdt aan de hierna vermelde bepalingen.
  2. Onverminderd de verbodsbepalingen voorzien in het besluit van de Vlaamse Executieve d.d. 20 mei 1992, tot uitvoering van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij, is verboden:
    1. anders te vissen dan met 1 of 2 hengels vanop de dijk van de vijver; iedere hengel mag maar voorzien zijn van een ondersnoer met één haak; er mag enkel gevist worden met handlijnen, werphengel en handlijnen met elastiek; vissen met een driehaak, kunstaas of lepels is verboden, evenals vissen met sleepnet of fuik;
    2. het schepnet anders te gebruiken dan om de gehaakte vis te scheppen;
    3. geprepareerde (gekleurde) maden of levende visjes te gebruiken als aas of lokaas; te vissen met brood aan het wateroppervlak of bij te voeren met boilies;
    4. bestanddelen in het water te werpen die van aard zijn de vis te bedwelmen, te kwetsen of te doden;
    5. te vissen op plaatsen waar een visverbod werd aangebracht;
    6. de dijken van de vijver te beschadigen;
    7. op snoek, bars en snoekbaars te vissen tussen 1 maart en 1 oktober;
    8. te vissen tussen zonsondergang en zonsopgang;
    9. te vissen in de vijvers van het Heempark
  3. Gevangen vis moet onmiddellijk afgehaakt worden zonder gebruik van een handdoek, met behulp van een onthakingsmat of –emmer. Gevangen vissen moeten onmiddellijk en voorzichtig terug in het water worden geplaatst. Gevangen vissen mogen dus nooit meegenomen worden met uitzondering van snoeken, baarzen en snoekbaarzen groter dan 35 cm. Voor viswedstrijden kan de reglementering afwijken. Organisatoren dienen daarvoor voorafgaandelijk de toestemming te vragen aan het college van burgemeester en schepenen.
  4. De hierboven vermelde bepalingen in verband met het vissen zijn niet van toepassing in het kader van parkbeheer en –onderhoud.