W-eikenpad bonte specht

Wist je dat ...

  • Het bos mijn thuis is: alle soorten bos zijn goed: loofhout, naaldhout of gemengd bos. Een afwisseling van jonge en oude bomen, dicht en open bos heb ik het liefst, samen met zacht hout zoals de berk. Staand, dood hout is voor mij ook belangrijk. Soms vind je mij ook in een park.
  • Ik het liefst insecten of zaden uit sparren- en dennenkegels eet. In een spleet in de boombast klem ik dennenappels vast waar ik de zaden uit pik. Onder plek vind je op de bosbodem vaak heel wat leeggegeten dennenappels.
  • Ik met mijn snavel heel snel tegen de bomen sla, dat heet roffelen. Dat doe ik om mijn territorium af te bakenen en mannetjes doen dat ook om een vrouwtje te vinden. We hakken met onze snavel een nestholte uit in de bomen met een rond gat.
  • Ik van al dat roffelen tegen de bomen geen hoofdpijn krijg? Mijn hersenen zijn zo beschermd met extra laagjes dat ik die trillingen bijna niet voel.
  • Ik mijn snavel met een snelheid van zeven meter per seconde tegen een boom kan rammen? Dat is ongeveer 25km/h!
  • Ik niet graag op vakantie ga? In de winter blijf ik gewoon in België.